Na de woestijn, de zee - Reisverslag uit La Serena, Chili van Audrey Ben - WaarBenJij.nu Na de woestijn, de zee - Reisverslag uit La Serena, Chili van Audrey Ben - WaarBenJij.nu

Na de woestijn, de zee

Blijf op de hoogte en volg Audrey

17 December 2012 | Chili, La Serena

We zaten dus in Tacna, het Las Vegas van Peru met zijn woestijn en casino´s. Door mijn ziekte zijn we hier een dag langer moeten blijven dan gepland alvorens door te reizen naar Chili.

Dus volledig hersteld dankzij de goede zorgen van mijn vrouwtje, lieten we Peru op de 10de decmber achter ons. Eerst een busje op dat ons tot in Arica zou brengen, en van daar een bus naar Iquique. Maar een nieuw land binnengaan, betekent hier nog steeds douanecontroles… Aan de zijde van Peru, geen probleem. Aan de zijde van Chili was het een klein beetje anders… In Chili mag je niet binnen met fruit en andere etenswaren. Even vergeten dat we appels in onze rugzak hadden zitten, en limoenen… Gevolg, heel mijn zak werd doorzocht. Gelukkig bleven de plastiek handschoentjes mooi in het doosje en kon ik verder, ongeschonden, de grens over.

In Arica moesten we dan een andere bus nemen naar onze eerste stop in Chili, Iquique. We hadden besloten dat al dat zand van de woestijn genoeg was geweest, en gingen het zand van het strand opzoeken. Het was dan ook een heel leuk moment toen we afdaalden richting zeeniveau, en het zeetje daar zagen liggen achter een immense duin, El Dragon.

Hostelletje zoeken, en dan eens zien wat we hier eigenlijk allemaal konden gaan doen. Wat ons al snel opviel was dat het hier een heel pak minder toeristisch was. Niet dat we dat erg vonden, want na Cuzco, hadden we het wel een beetje gehad van tour operators die je om de vijf meter vastklampen.

Na wat opzoekingen in de Footprint en wat praten met de mensen van het hostel stond het vast wat we hier zouden gaan doen: Humberstone, verlaten salpetergroeves, bezoeken en dan een dagje naar Mamiña waar we zouden kunnen gaan relaxen in thermale en modderbaden en dan natuurlijk ook luilekkeren op het strand.

Tututututuu tu tu tuuuu… Tututututuu tu tuuu… we kwamen toe in Humberstone. Kling kling… een stroohalm die voorbij raast… Met een beetje verbeelding zagen we ons in een western waar we als schurk het dorpje binnen wandelden en je de klapdeurtjes van de saloon nog zag klapperen omdat iedereen naar binnen was gelopen uit angst voor ons…

Dit om maar te zeggen hoe verlaten het hier wel was. Als enige toeristen liepen we het dorpje aan de salpetergroeve in. Dit dorpje werd opgericht in 1872 en is verlaten sinds 1960 en maakt nu deel uit van de werelderfgoedlijst. Van de huisjes hebben ze hier allemaal kleine musea gemaakt waar ze de werktuigen, het speelgoed, de meubels en hoe de mensen hier leefden laten zien. Even dachten we dat dokter Gerben hier nog steeds een praktijk had want aan het huis van dokter hing een plak van El Medico Jefe…

Ik vond het allemaal heel interessant omdat ik met al mijn verbeelding mij probeerde in te leven hoe het hier allemaal moet geweest zijn. Omdat alles hier nog staat en veel dingen met uitleg zijn verduidelijkt, lukte dit wel aardig en begon ik enthousiast dingen te verzinnen en te vertellen aan mijn liefje die dit allemaal iets minder vond…

Na een middagje dit dorpje te hebben bezocht, besloten we terug te gaan naar Iquique. Wij naar de bushalte wachten op de bus. Busje komt zo, busje komt zo is ons favoriete deuntje geworden ondertussen, want je weet eigenlijk nooit wanneer zo´n bus zal toekomen omdat hier geen tijdsschema´s hangen. Na een 5-tal minuten staken we onze kop eens uit het buskotje en gingen we aan de straat staan. De eerst volgende auto stopte. Jaja, zelfs zonder onze duim op te steken, versier je hier een lift. Het kan ook wel gelegen hebben aan een kort gerokt liefje natuurlijk…

De mensen die ons meenamen waren een chileen en een italiaanse die hier zelf op vakantie waren. Zij brachten ons niet alleen terug naar Iquique, maar namen ons eerst nog mee naar een andere verlaten salpetergroeve, waar we een spaceship aantroffen waar heel het proces plaatsvond. Impressionant.

´s Anderendaags, wij al vroeg uit de veren om de bus naar ons relaxatieoord te nemen. Normaal zou hij om 8u moeten toekomen. 8u30 of later stopt er een sardonis-busje waar we in mee moeten. Dit is wel een beetje balen want er staat een rit van 3u te wachten en het busje zit ook weer snokvol.

Ondertussen hadden we al vernomen dat de modderbaden gesloten waren omwille van renovatiewerken (de modder zal opgedroogd zijn door de hitte of zo), maar omdat die van het hostel had gezegd dat het daar zo mooi was, hadden we toch besloten om naar het kleine dorpje te gaan.

En klein was het. Niet alleen het dorpje, maar ook de thermale baden. We hadden al enkele van die baden gedaan en dat waren telkens kleine zwembaden waar je toch gemakkelijk met een tiental man in kon. Hier was het een bad. Water geurend naar rotte eieren (of kwam die geur van ergens anders???) gevangen in een bad van 2m op 1 en 1m50 diep, moest ons voor een half uurtje tot rust laten komen… Door de mineralen dat het water bevat, heeft het ook medische krachten. Ik dacht even dat ik echt in popeye zou veranderen, maar buiten in een rot ei, gebeurde er niet veel. Het hielp liefje zelfs niet van haar kater…

Een half uur dus. En de eerste bus terug was pas om 17u30. We moesten ons dus nog 5u weten bezig te houden in een dorp waar er niks te beleven viel. Door de siesta die ze hier houden was alles ook nog eens gesloten dus gingen we op de plaatselijke plaza de mayo maar wat zitten en kaarten. Mamiña, een beetje een tegenvaller, zeker toen we 30 min voor we de bus gingen nemen ontdekten dat er een zwembad was (we hadden daar naar gevraagd, maar die mensen hadden laten verstaan dat er in dit dorp geen zwembaden waren).

Dag 3 in Iquique besloten we op het strand te gaan liggen en het zonnetje zijn werk te laten doen. Zon, zee, strand... heel mooi zo midden december.. Onderweg naar het strand waren we langs de kust gewandeld en zagen we de plaatselijke vismarkt, honderden pelikanen en zeehonden.

Onze reis ging die avond verder naar La Serena. Een stad die Bram en Leen ons hadden aanbevolen en een goede uitvalsbasis om een aantal plaatsjes te bezoeken. Het was ook de plaats waar we moesten zijn om de grens met Argentinië over te steken naar San Juan.

Na een aangename rit met de nachtbus kwamen we op 14 december aan in La Serena en gingen we naar La Casa Maria, een hostelletje tevens warm aanbevolen door onze eerdere reisgenoten.

We gingen op verkenningstocht in de stad, boekten een dagtripje naar Isla Damas en maakten ons klaar om ´s avonds naar het naburige stadje, Coquimbo, te gaan. In Coquimbo is een buurt met allemaal barretjes waar ze verschillende stijlen muziek spelen. De ene is gekend om zijn tango, de andere voor zijn salsa, nog een andere voor reggae en ga zo maar door. Aangezien Coquimbo ook een havenstadje is, dachten we daar eerst een lekker visje te eten. Helaas, geen restaurantje gevonden... Dan maar een completo eten. Dat is het soort fast-food van hier. Een hotdog met avocado, tomaten, kaas en veel mayonaise die je dan zelf nog verder kan tunen met ketchup en mosterd. Goedkoop en ne keer iets anders dan ne McDonalds.

Het fondke was gelegd. Welle naar Barrio Ingles. Het was al bijna middernacht, maar veel volk liep hier nog niet rond. We doken in een bar en enkele cocktails later gingen we de straat opnieuw op. Nu toch al iets meer volk. Ook hier proberen ze je overal binnen te lokken. Er sprak ons een kerel aan die vroeg van waar we waren. Belgica. Ah, Belgen... en toen begon die gast met ons int plat Antwerps te praten. Wel grappig. Het bleek eigenlijk een Belg te zijn die in Chili was geboren, maar bijna heel zijn leven in België heeft gewoond. Hij zat daar nu 8 jaar en had zijn geld belegd in vastgoed in Chili, en had ook zijn eigen salsa bar, waar we dus belandden en onze salsapasjes van onder het stof haalden. Het was een dikke laag stof dat er bij mij op lag, en zeker als je die mensen daar zag gaan, amai, nog veel te leren...

Zaterdag, na lang slapen, besloten we naar Tongoy te gaan. De mensen van het hostel zeiden dat hier kilometerslange verlaten stranden waar en dat we daar lekkere vis konden eten. Doordat we wat aan de late kant waren, en de bus eerst een half uur vertraging had en dan ook nog eens besloot om dan nog maar 20 min extra te wachten op Godot, haalden we Tongoy niet meer en stapten we halverwege af om een lekker visje te eten. Na nog een tijdje op het strand te hebben gelegen, was het al tijd om terug te gaan naar La Serena en bereidden we ons voor om ´s anderendaags naar Isla Damas te gaan om dolfijnen, pinguins, zeehonden en nog meer van dat alles te zien.

Eerst te land, en dan ter zee en later, door de golven, soms ook in de lucht, bereikten we Isla Damas. Onderweg naar dit eiland hadden we het geluk om 3 dolfijnen lange tijd te kunnen volgen. Liefje super blij. De dolfijnen kwamen eens piepen en doken dan weer weg om daarna een sprong te maken uit het water... Een heel mooi schouwspel.

Isla Damas vormt samen met twee andere eilanden, Isla Choros en Isla Chañaral het nationaal park Pinguino de Humboldt en is het enige van de eilanden waar je kan aanmeren. Na een half uurtje wandelen op het eiland kwamen we aan een verlaten wit strand met een heldere blauwe zee... Amai. Onze mond viel open en toen dachten we, laten we ze thuis maar eens meegenieten van dit hemelse plaatje. Voila, het idee van onze kerstkaart was geboren. We hopen dat jullie het allemaal een mooi kaartje vonden.

Na onze fotoshoot was het tijd om terug naar de boot te gaan, want het tweede deel van onze tocht met nog meer wildlife, stond op het programma. De humboldt pinguin, zeehonden, vogels, zeeotters, pelikanen werden allemaal gespot.

Van al het op en neer gaan op de zee, begon het buikje te grommen. Honger... Op de terugweg (te land) kregen we een lekkere maaltijd voorgeschoteld, oasis, een soort lasagne van vis.

Maandag, 17 december, was het weer tijd om onze zak te pakken en door te reizen naar onze volgende bestemming, Pisco de Elqui. Pisco de Elqui staat zoals zijn naam het zegt, bekend omwille van zijn Pisco. Dit is een sterke dranken van druiven gemaakt en is vooral bekend van zijn cocktail, Pisco Sour (Pisco, limoensap, geklopt eiwit en beetje rietsuiker). Het is nog steeds niet duidelijk of Pisco nu van Peru al dan niet van Chili is. Jammergenoeg was het niet meer mogelijk om een toer te doen van een Pisco destillerij, maar dat hield ons niet tegen om een flesje Pisco te kraken.

Maar deze stop in Pisco Elqui had eigenlijk enkel tot doel ons dichterbij ons uiteindelijke doel te brengen, San Juan in Argentinië. De voorbije dagen hadden we het verdere verloop van onze reis een beetje meer uitgestippeld en we hadden besloten de grens over te gaan van Chili naar Argentinië ter hoogte van San Juan. Zo zouden we de mogelijkheid hebben om de nationale parken Talampaya en Valle de la Luna te bezoeken zonder enige omweg te moeten maken.

Probleem, rarara, was dat er slechts 1 bus reed per week (zondagmorgen) naar San Juan en waar we niet op konden wachten. Als we ons plan wouden doorvoeren (en ja, zo koppig zijn we) betekende dat LIFTEN...

Hoe ons liftavontuur is verlopen lezen jullie in een nieuw verhaal...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Chili, La Serena

Audrey

Actief sinds 24 Okt. 2012
Verslag gelezen: 828
Totaal aantal bezoekers 40297

Voorgaande reizen:

23 Oktober 2012 - 26 Februari 2013

doorheen zuid-amerika

Landen bezocht: